Wetenschap staat aan God’s kant

Roger Penrose heeft vandaag samen met twee andere wetenschappers de Nobelprijs voor Natuurkunde binnengesleept. Penrose krijgt de helft van de prijs toegekend voor zijn berekeningen die bewijzen dat zwarte gaten een direct gevolg zijn van Einsteins relativiteitstheorie.

Penrose is geen onbekende. We hebben hier al eens eerder aandacht besteed aan zijn werk. Hieronder komt o.a. zijn werk nog eens ter sprake:

“Als je vanuit het perspectief van een wetenschapper naar het universum kijkt, ziet het eruit alsof het wist dat we eraan zaten te komen. Er zijn 15 constanten; de zwaartekrachtconstante, verschillende constanten met betrekking tot de sterkte en zwakte van nucleaire krachten, etc. die zeer precieze waarden hebben. Als een van deze constanten er ook maar een paar miljoenste van een procent naast zou zitten, of in sommige gevallen een paar biljoenste van een procent, zou het universum niet zo zijn geworden als wij het nu zien. Materie zou zich niet samenvoegen, er zouden geen sterren, geen sterrenstelsels, geen planeten of mensen bestaan.”

Francis Collins

…………………….

“De fysische constanten van het universum zijn zodanig dat leven mogelijk is. Neem bijvoorbeeld de zwaartekracht. Als de zwaartekracht ook maar iets groter was geweest, dan zouden alle sterren blauwe reuzen zijn geweest en als ze maar iets kleiner was geweest, dan zouden alle sterren rode dwergen zijn. In beide gevallen zou leven in het universum onmogelijk zijn geweest. Iets soortgelijks geldt voor andere constanten; zo is de snelheid waarmee het universum uitdijt precies zo groot dat leven mogelijk is. Hoe groot de kans is dat een constante zodanig is dat leven mogelijk is verschilt per constante. Bij sommige is deze kans 1/10, bij andere 1/10 53. De kans dat alle constanten, de sterke en zwakke elektromagnetische krachten, koolstof- productie in sterren, de zwaartekracht, enz. allemaal goed zijn afgestemd om leven mogelijk te maken is verwaarloosbaar klein, ongeveer 1/10 100. Als naturalisme waar is, dan is het feit dat er leven is dus een astronomisch toevallig feit, terwijl het theïsme een goede verklaring heeft: God zelf is een levende God en de kans is groot dat hij in zijn goedheid leven zal scheppen, hoewel de kans natuurlijk ook weer niet 1 is, gegeven het feit dat God vrij is het leven al dan niet te scheppen.”

Rik Peels

“Verbazingwekkende fijn-afstemming treedt op in de wetten die deze complexiteit mogelijk maken. Realisatie van de complexiteit van wat verwezenlijkt werd maakt het moeilijk om niet het woord “wonderbaarlijk” te gebruiken zonder een positie in te nemen over de ontologische status van dat woord.”

George Ellis

“We zijn, naar astronomische maatstaven, een verwende, vertroetelde, gekoesterde groep wezens. …Als het heelal niet was gemaakt met de meest veeleisende precisie konden we nooit ontstaan zijn. Het is mijn mening dat deze omstandigheden aantonen dat het universum geschapen is voor de mens om in te leven.”

John A. O’Keefe

“Wanneer [we] geconfronteerd [worden] met de orde en de schoonheid van het heelal en de vreemde toevalligheden van de natuur, is het erg verleidelijk om de geloofssprong van wetenschap naar religie te maken. Ik weet zeker dat veel natuurkundigen dat willen. Ik wens alleen dat ze het eens zouden toegeven.”

Tony Rothman

“Er is voor mij krachtig bewijs dat er iets aan de hand is achter dit alles. …Het lijkt alsof iemand de nummers van de natuur heeft fijn-afgestemd om het Universum te maken. …De indruk van ontwerp is overweldigend”.

Paul Davies

“De wetten van de wetenschap, zoals we die op dit moment kennen, bevatten vele fundamentele nummers, zoals de grootte van de elektrische lading van het elektron en de verhouding van de massas van het proton en het elektron. … Het opmerkelijk feit is dat de waarden van deze getallen zeer fijn afgesteld lijken te zijn, om de ontwikkeling van het leven mogelijk maken.”

Stephen Hawking

Fijn-afstemming is on-controversieel en goed onderzocht. De fysica zit vol met voorbeelden van fijn-afstemming. Voor we enkele voorbeelden zien, is het belangrijk om even ter vergelijking, enkele grote getallen te bekijken, om de waanzinnige precisie van de fijn-afstemming in perspectief te brengen.

Het aantal seconden in de volledige geschiedenis van het universum komt neer op 10^17, dat is 1 gevolgd door 17 nullen: 100,000,000,000,000,000. Het aantal elementaire deeltjes in het volledig gekende universum wordt geschat op 10^80, dat is 1 gevolgd door 80 nullen. Deze getallen zijn zo hoog dat men ze eigenlijk niet kan vatten.

Met die nummers in het achterhoofd, onderzoeken we de volgende voorbeelden van fijn-afstemming. De zogenaamde zwakke kernkracht, één van de vier fundamentele krachten van de natuur, die opereert binnen de nucleus van een atoom, is zo fijn afgestemd dat een verandering in z’n waarde met één op 10^100, een leven-toelaatbaar universum zou hebben tegengehouden! In dezelfde lijn zou een verandering in de waarde van de zogenaamde kosmologische constante, die de versnelling van het universum veroorzaakt, met als weinig als één op 10^120 het universum niet-leven-toelaatbaar gemaakt hebben.

De fijn afstemming van het entropie-gehalte waarmee het universum begon is nog waanzinniger. Roger Penrose heeft de kans uitgerekend voor het toevallig in het juiste bereik vallen van het entropie-gehalte. Deze kans is gelijk aan één op 10^10^(123), een getal dat zo absurd groot is, dat astronomisch een serieuze understatement zou zijn.

De fijn-afstemming valt buiten het menselijk bevattingsvermogen. Een accuraatheid van zelfs maar één op 10^60 komt op hetzelfde neer als een kogel afvuren naar de ander kant van het universum, 20 miljard lichtjaar ver weg, om een doelwit van drie centimeter te raken. De kans om leven te late ontstaan is werkelijk duizelingwekkend klein, we hebben al moeite om er ons een voorstelling van te maken. De voorbeelden van fijn-afstemming zijn zo talrijk en zo gevarieerd, dat dit om een verklaring schreeuwt.

Dan hebben we het nog niet over de andere vormen van fijn-afstemming die minder fundamenteel zijn en moeilijker kwantificeerbaar. Toch wijzen ze in dezelfde richting. De documentaire ‘The Priviliged Planet’ brengt deze vorm van fijn-afstemming zeer mooi in beeld.

“[W]etenschappelijke ontdekkingen bevestigen dat de Aarde in extreem zeldzame omstandigheden verkeert, die het mogelijk maken om leven te ondersteunen, ook al is de overgrote meerderheid van het universum onbewoonbaar. Laten we even stilstaan ​​bij een paar voorbeelden:

  1. Het leven moet zich in het juiste type melkwegstelsel bevinden. Van de drie soorten sterrenstelsels, kunnen alleen spiraalstelsels (zoals de Melkweg) leven ondersteunen.
  2. Het leven moet zich ook op de juiste locatie in de Melkweg bevinden. Wij zijn juist op de goede plaats gelegen in de Melkweg om schadelijke straling te vermijden.
  3. Het leven moet het juiste type van ster hebben. Terwijl de meeste sterren te groot zijn, te helder, of te instabiel voor het leven, heeft onze zon precies de juiste grootte en leeftijd. Er is een tijdsvenster waarin een zon complex leven kan ondersteunen. De zon mag niet te jong of te oud zijn.
  4. Het leven moet de juiste relatie tot zijn ster hebben. Als de aarde iets dichter of verder van de zon zou zijn, dan zou water ofwel bevriezen of verdampen, waardoor de Aarde onbewoonbaar wordt voor complex leven.
  5. Het leven heeft omringende planeten nodig voor bescherming. Een bewoonbare planeet moet grote omliggende hemellichamen (zoals Jupiter en Uranus) hebben, om het te beschermen tegen inkomende kometen.
  6. Het leven vereist het juiste type van maan. Als de aarde niet een maan, van de juiste grootte en gelegen op de juiste afstand, had, zou de aarde onbewoonbaar zijn. De maan stabiliseert de kanteling van de aarde, het voorkomen van extreme temperaturen en dus het creëren van een stabiele, levensvriendelijke omgeving.”

Jay W. Richards

Plaats een reactie